bratislavaEen verlate vakantie begon dit jaar, half september en tijdens de derde collegeweek, met een bezoek van vier dagen aan Wenen, samen met mijn broer. Wat een stad. Een wereldstad met de grandeur van de Habsburgse dynastie en boulevards die niet onder doen voor Rome, Parijs en Berlijn. In de stijl van de oude keizers is alles mooi gerestaureerd en het is een stad vol met zogeheten landmarks, zo veel dat ze het eigenlijk niet meer zijn. Met de trein vervolgden wij onze reis van Wenen naar Bratislava. Uurtje in de stoptrein langs aardappelvelden en windmolens en je bent er. Twee dorpen later ben je plotseling het IJzeren Gordijn gepasseerd. Niet meer letterlijk natuurlijk, want er is geen douane, geen plaatselijke Sovjet en bij de McDonalds reken je af in Euro’s. Toch is overal in deze tot hoofdstad verheven Tjecho-Slowaakse provinciestad te voelen en te zien dat het spook van het communisme het land heeft aangedaan. Diep treurige achterbuurten met jaren ’60-stijl betonnen huizenblokken en een treinstation was Stalin trots op zou zijn geweest. Nuttig. En lelijk. Vooral heel lelijk. Zo verval je van de majestueuze bouwwerken van de Habsburgse dynastie binnen een uurtje in de voorbijgegane ellende van het Communistische Oost-Europa. Na een kort rondje hebben we maar weer snel de ongelofelijke lelijkheid van het treinstation getrotseerd om de weg naar Budapest te vervolgen. Maar we zijn er wel geweest, en dat is tegenwoordig ook wat waard.

 296 total views,  1 views today