Het Midden-Oosten, grofweg gerekend vanaf Israel en Egypte in het westen tot de Chinese grens in het oosten, Turkije in het noorden en Yemen in het zuiden, is een regio die al eeuwenlang wordt geteisterd door haat en nijd, oorlog en spaarzame tijden van vrede. Dit behoeft voor de meeste lezers van deze blog geen uitleg. In deze reeks van verhaaltjes wil ik gaan proberen om, verre van uitputtend, enkele oorzaken toe te lichten van de manier waarop de moderne (westerse) wereld vanaf het begin van de 20e eeuw is omgegaan met deze regio en hoe de landen zich onderling verhouden. Het doel hiervan is om uiteindelijk wat licht te laten schijnen op het akkoord tussen Israël en enkele van haar Arabische buurlanden, wat de Amerikaanse president onlangs omschreef als “een historische stap om de problemen tussen Israël en de Palestijnen op te lossen”. In het eerste deel was te lezen wat de invloed is geweest van het Sykes-Picot verdrag van 1916 op de huidige geografische situatie in het Midden-Oosten. In deel 2 stond de ontstaansgeschiedenis van Israël centraal. In beide delen heb ik proberen uit te leggen hoe de buitenlandse inmenging in het Midden-Oosten van groot belang is geweest in de geografische en politieke situatie van de regio. In dit deel bespreek ik de manier waarop de landen in het Midden-Oosten betrokken raakten bij verschillende proxy wars in het langdurige conflict tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten tussen grofweg 1945 en 1990.

Dwight D. Eisenhower, President VS 1953-1961
Nikita Chroesjtsjov, leider van de Sovjet-Unie 1953-1964

Het einde van de Tweede Wereldoorlog, het verslaan van de nazi’s en eindeloze aantallen doden die gepaard gingen met de destructie van Europa en de vervolgingspolitiek van Hitler betekende op geopolitiek vlak ook een enorme breuk in de geschiedenis. Waar de westerse bondgenoten en de Sovjet-Unie samen hadden gevochten om Duitsland te verslaan, viel deze alliantie bij de eerste tegenslag in vredestijd uit elkaar. De verdeling van Duitsland en Berlijn in verschillende zones voor elk van de overwinnaars, namelijk Amerikanen, Engelsen, Fransen en Sovjets, zorgde voor een hernieuwde afstand tussen de Russen en de Westerse bondgenoten. In 1949 werd, om het westerse bondgenootschap te beklinken, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht. In 1955 volgde het Oost-Europese antwoord: het Warschaupact. De spanningen en dreiging van oorlog die tussen 1947 en 1991 heerste over eigenlijk de hele wereld werd in 1947 door zowel Bernard Baruch, een politiek adviseur van President Truman, als Walter Lippman in zijn boek met gelijknamige titel, voor het eerst omschreven als een Koude Oorlog. Gedurende de bijna 50 jaar waarin het Westen en het Oosten met elkaar in stilzwijgend conflict waren, hebben zij verschillende oorlogen en conflicten uitgevochten, maar gelukkig nooit direct tegen elkaar. De verwachting was namelijk dat zo’n direct conflict binnen de kortste keren zou resulteren in een volledige nucleaire oorlog, met een uitkomst die niet te overzien zou zijn. Conflicten als de Korea-oorlog, Vietnam, de Russische inmenging in Afghanistan, de Iran-Irak oorlog en de Suez-crisis worden gezien als surrogaat-conflicten binnen de context van de Koude Oorlog.

NAVO (1949- )
Warschau-pact (1955-1991)

Suez-crisis

Over de Koude Oorlog en al haar conflicten zijn bibliotheken vol geschreven, dus ik zal me beperken tot een paar voorbeelden die betrekking hebben op het Midden-Oosten en de manier waarop buitenlandse mogendheden door de moderne geschiedenis heen hebben geprobeerd om invloed uit te oefenen op de onderlinge spanningen en conflicten in deze regio. Het Suezkanaal, geopend in 1869, is bijna 200 kilometer lang en verbindt de Middellandse Zee met de Rode Zee en de Indische Oceaan. Tot de voltooiing van het kanaal moesten schepen om Kaap de Goede Hoop en het hele Afrikaanse continent heen om vanuit Azië in Europa of Amerika terecht te komen. Vooral de oliehandel en daarmee het belang van de olierijke landen in het Midden-Oosten groeiden exponentieel na de opening van het kanaal. Gebouwd en betaald door de koloniale mogendheden Frankrijk en Engeland, die het meest profiteerden van de veel snellere handelsroute, deze twee landen hielden het eigendom van het kanaal bij zich, ook na de onafhankelijkheid van Egypte. Gamal Abdel Nasser, president van Egypte van 23 juni 1956 tot 1970, kwam aan de macht op basis van zijn Arabisch-nationalistische agenda. In reactie op de staatsgreep die hij en zijn mannen pleegden stopten de westerse machten hun steun aan de Aswan-dam, die van cruciaal belang is en was voor het controleerbaar houden van de Nijl en daarmee voor de Egyptische economie. 

De Aswandam, in het zuiden van Egypte, houdt de Nijl en haar jaarlijkse overstromingen in bedwang

Van regionaal conflict naar proxy-oorlog

Nasser reageerde met het enige machtsmiddel dat de Egyptenaren tegenover de wereldmachten konden stellen, het nationaliseren van het Suezkanaal. De nationalisering van het kanaal, in combinatie met de (militaire) steun waarvan de westerse machten de Sovjet-Unie verdachten te geven aan het regime van Nasser, leidden tot een geheime vergadering tussen Frankrijk, Engeland en Israel. De landen kwamen tot de conclusie dat enkel een invasie van de Sinaï-woestijn en bezetting van het kanaal de situatie in hun voordeel zou terug buigen. Met tanks, vliegtuigen en landtroepen, ondersteund door Britse en Franse schepen en technologie werd de woestijn door Israel binnengevallen en landden twee dagen later ook de Britse en Franse troepen op Egyptisch grondgebied. Echter, de Russen waren wel gecharmeerd van het Arabisch nationalisme, waar Nasser een product bij uitstek van was, en zagen dit als een wapen in de strijd tegen het westen. Steun vanuit Rusland en een gebrek aan informatie van haar Britse bondgenoten deden president Eisenhower van de VS echter snel beslissen dat dit conflict niet in haar belang was. De VS, op dat moment met afstand het machtigste land binnen de westerse alliantie, dreigde met economische sancties tegen de invasiemachten, waarna het vuren vrij snel staakte en de troepen zich terugtrokken. De nederlaag van Israel en vooral de morele overwinning voor Egypte zouden in de decennia die volgden nog een aantal bloedige conflicten opleveren, maar daarover later meer.

Mensen die, net zoals ik, na de val van de Muur zijn geboren kennen de Koude Oorlog alleen uit verhalen en uit de geschiedenisboeken. Van de vele facetten in het langdurige conflict tussen Oost en West was dit een voetnoot, maar voor het Midden-Oosten wel een belangrijke. Het maakte het strategische belang van de regio voor de grootmachten duidelijk voor machthebbers binnen en buiten het Midden-Oosten. Olie, Jeruzalem, handelsroutes en het gevaar van de domino-theorie, zoals die in de VS tot laat in de jaren ’80 omschreven werd, maakte de regio een integraal onderdeel van de Koude Oorlog, met alle gevolgen van dien. De conflicten die volgden zal ik in een volgend stuk iets korter benoemen, de boodschap blijft echter recht overeind: Vanaf het begin van de Koude Oorlog tot aan de dag van vandaag bemoeit allerlei statelijke en andere actoren zich continu met het reilen en zeilen van het Midden-Oosten, ongeacht wat haar inwoners daar van vinden of hoeveel leed het veroorzaakt.

Verder lezen:

Een kleine geschiedenis van het Midden-Oosten: historische akkoorden, deel 1
Een kleine geschiedenis van het Midden-Oosten: historische akkoorden, deel 2
Keynesiaanse chaos