20161019_114656 Het woord cultuurshock heb ik altijd intrigerend gevonden. Hoe verschillend kunnen mensen, plaatsen en culturen zijn in de kleine wereld waar wij in leven? Het was een van de dingen die ik me afvroeg toen ik een paar maanden geleden een ticket boekte naar Colombia, met plannen om drie maanden kennis te maken met de Zuid- en Midden-Amerikaanse cultuur. Buiten Europa was ik, tot nu toe, alleen in Israël en de VS geweest, twee zeer op ‘onze’ cultuur lijkende landen. En op Aruba, maar dat is net zo groot als Texel, iedereen spreekt er Nederlands en veel meer dan op het strand liggen is er niet bij op zo’n vakantie. De eerste dagen, moet ik eerlijk bekennen, voel ik de cultuurshock nog niet. De mensen hier zijn ontzettend aardig, behulpzaam en trots op hun land en dat jij daar als toerist heen komt. Zelfs als ze geen Engels spreken (en dat zijn de meesten) doen ze hun uiterste best om je op weg te helpen en je thuis te laten voelen.
Bogotá is een stad van miljoenen, behoorlijk heuvelachtig en gelegen op 2800 meter. Desalniettemin zijn de verschillen met Zuid-Europese steden verwaarloosbaar: Taxi’s rijden levensgevaarlijk, je kan overal op afdingen en af en toe zit er een gat in de weg. Er zijn hippe koffietentjes waar zakenmensen zitten te werken en er zijn veganistische restaurantjes. Ook wordt er geprotesteerd. Tijdens een wandeltoer met een gids door het buurtje waar ik zit liepen we op het plein waar het congres en het presidentieel paleis zit aan tegen een heus tentenkamp, opgezet uit protest tegen de nee-stem in het referendum over het vredesakkoord met de FARC, de laatste stap in het vredesproces waar Colombia al jaren op heeft gewacht. Wanneer de zon onder gaat en de stad echt tot leven komt, komen er ook wat minder leuke elementen van de Colombiaanse cultuur om de hoek kijken. Hoewel de straten en pleintjes al vroeg gevuld zijn met studenten die met een biertje en een muziekje het einde van de dag vieren. Nog geen man overboord, zou je zeggen. Maar waar er gedronken wordt is de drugs hier niet ver weg. De steegjes, straathoeken en portieken staan vol met mannetjes, die allemaal volgens henzelf de beste cocaïne in de wereld hebben. Als doorgewinterde Amsterdammer is dat echter niet per se iets nieuws. Kortom, nog geen gekke of onverwachte dingen, en geen cultuurshock.

En toen ging ik de stad uit. Maar daarover later meer.

 345 total views,  1 views today