20161111_121843

Wanneer je het busstation van Bogotá, de hoofdstad van Colombia, uit rijdt om de rest van het land te gaan verkennen, gaat er een hele andere wereld voor je open. Het lieve, stadse en haast Europese buurtje waar mijn hostel in had gezeten maakt plaats voor keiharde, spuuglelijke en eigenlijk behoorlijk verdrietige (buiten)wijken. Niet gek, want dit soort wijken zijn in elke miljoenenstad wel te vinden, maar het contrast met het gedeelte wat je als toerist te zien krijgt en de rest is wel opzienbarend.
Dit zijn wijken waar nog geen 20 jaar geleden de lijken opgestapeld op straat lagen, omdat er geen politieagent of soldaat durfde te komen om ze op te ruimen dan wel te zorgen dat ze er niet terecht kwamen, die lijken. Erg maf om daar dan in een tergend langzaam tempo doorheen te worstelen, want het verkeer in Colombia en al helemaal in de hoofdstad is een chaos zoals ik nog nooit heb meegemaakt. Wanneer de bus zich eenmaal aan de betonnen jungle heeft ontworsteld, begint de echte jungle.
Een landschap van beboste bergen, ommuurde villa’s en met golfplaat bedekte krotten kenmerken de weg die van Bogotá het binnenland in gaat, richting het Colombia dat ik hoopte te vinden. Natuurgeweld, een enorme kloof tussen arm en rijk en afgrijselijk diepe afgronden naast een weg zonder vangrails zijn mij bijgebleven van de rit naar Cali, de salsahoofdstad van de wereld. The place to be als je van salsa houdt, verder is er eigenlijk niet zo veel te beleven. Het was daar dat ook al een deel van de Colombiaanse cultuur zich aan mij ontblootte: rustig aan! In anderhalve week ben ik hier nog niemand tegengekomen met haast. Een contrast natuurlijk met het leven in Amsterdam, zoals er zoveel contrasten zijn.
Dit verhaal gaat verder, bijna een week later, zittend op een trappetje in een van de armere buurten van Medellin, terwijl er een gloednieuwe, moderne kabelbaan over mij heen raast. Het is een vreemde tegenstelling. Het Medellin van de toeristen, de gringos, is vanaf hier nog net te zien, maar lijkt mijlenver. De straten zijn vies, het verkeer is chaotisch en de mensen zijn arm. Het is een heel ander verhaal dan het moderne, schone en toeristische deel van de stad. Het is een veelzeggende schets van de verhoudingen en contrasten binnen Colombia, zoals ik die in de afgelopen drie weken mee heb gemaakt. Waar schone, brede straten met schilderachtige panden de toeristische plaatsen als Salento, Guatape en Cartagena beheersen, zie ik vanuit de verschillende bussen die ik heb genomen ook de keerzijde. Straatarme gebieden waar het vuilnis zich ophoopt op straat, dorpen waarin geen enkel huis echt af is en mensen die uit noodzaak overgaan tot het verkopen van prulletjes of drugs aan toeristen. Tot mijn spijt moet ik erkennen dat de drugshandel in Colombia op elke plek waar ik geweest ben met het straatbeeld verweven is. Hoewel het inmiddels 23 jaar geleden is dat de terreur van Pablo Escobar ten einde kwam, is zijn voornaamste bron van inkomsten nog altijd erg aanwezig in dit land. Inmiddels lig ik aan het zwembad in mijn hostel in Cartagena, een mooie koloniale stad aan de Caribische Zee. Het is bloedheet, de luchtvochtigheid is enorm, en ik heb besloten om me even twee dagen af te sluiten van de vele nieuwe indrukken die het reizen door een nieuwe wereld (voor mij dan) mij geven.

En o ja, die mafkees heeft toch niet serieus gewonnen?!

 396 total views,  1 views today