Te midden van het schier onbegrijpelijke en schromelijk uit de hand gelopen verhaal dat we, naar mijn idee, later de bijna-Brexit zullen noemen was er een krantenbericht dat mij een hele dag bij is gebleven. Ik parafraseer: “Broer Boris Johnson stapt op als onderminister omdat hij niet wil kiezen tussen het landsbelang en de familiebanden”. Het vat zoveel dingen mooi samen dat ik er eigenlijk de hele dag een beetje om heb moeten gniffelen. Voor iedereen die, zeer terecht, ergens halverwege vorig jaar is afgehaakt in het volgen van de aanstaande Brexit een korte samenvatting.

Op 23 juni 2016 (ja, zo lang geleden) stemden de Britten met een meerderheid van 51,9% voor het inwerkingtreden van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan te geven bij de EU dat zij het lidmaatschap van de Unie op wilden zeggen. Deze verrassende, om niet te zeggen wereldschokkende uitslag en consequenties daarvan, volgde na een “Leave”-campagne gevuld met leugens, haat zaaien en schandalen, geleid door de godfather van de Brexit, Nigel Farage en de man die wellicht over enkele weken zelf op de blaren mag gaan zitten, Boris Johnson. Wanneer een lidstaat bij de Europese Commissie kenbaar maakt een artikel 50-procedure te willen starten, gaat een onderhandelingsperiode van 2 jaar in, waarin de EU en de betreffende lidstaat op een fatsoenlijke manier uit elkaar proberen te gaan. Hoewel niemand er ooit rekening mee had gehouden dat artikel 50 ooit gebruikt zou moeten worden, waren de opstellers van het verdrag wel zo slim om een dergelijke ‘afkoelingsperiode’ en ruimte voor onderhandelingen in te bouwen, in ieders belang. David Cameron, de premier die in zijn verkiezingscampagne voor de Conservatieve Partij een knieval deed in de richting van de extreemrechtse Brexiteers binnen zijn eigen partij en in de partij van Farage, toen nog UKIP geheten, door een referendum te beloven, maakte op de avond van de uitslag bekend er mee op te houden. Verstandig. Want zijn opvolgster, Theresa May, heeft 2 jaar lang door de modder gekropen, zowel in eigen land als in Brussel, met als enige magere resultaat dat zij een akkoord heeft gesloten met de Europese regeringsleiders, wat door het Britse Lagerhuis vervolgens tot 3 keer toe klakkeloos is verworpen. Met dikke tranen nam ze eerder dit jaar afscheid van No. 10 Downing Street, daarmee de weg vrij makend voor het premierschap van de clowneske populist Boris Johnson. Als nieuwe regeringsleider mag hij de puinhoop waar hij zo hard aan heeft gewerkt om die tot stand te brengen, van leiderschap en daadkracht voorzien.

Nu kan je als politicus in een liberale, westerse democratie heel veel maken, zeggen en doen, simpelweg omdat het parlement en de regering die daar uit voortkomt het hoogste orgaan van een land is en daarmee de vrijheid moet krijgen om dingen te bespreken die soms in het normale leven niet kunnen of niet sociaal geaccepteerd zijn. Echter, een aantal dingen moet je lekker overlaten aan de Poetins, Erdogans en Kims van deze wereld. De belangrijkste daarvan zijn wat mij betreft: liegen tegen parlement en publiek, je land de vernieling in helpen ter meerdere eer en glorie van jezelf en familieleden aan baantjes helpen. De eerste noemde ik net al, de campagne voor het verlaten van de EU zat vol met leugens, de tweede lijkt me evident, maar dat hij dus ook nog zijn broertje een baan had gegeven geeft de hele affaire voor mij weer een nieuwe dimensie. Vooral dan omdat datzelfde broertje na 2 maanden zegt dat hij alle moraliteitsgenen heeft gekregen en inziet dat broer Boris het land en misschien wel het hele continent de verdoemenis in aan het storten is. Daarbij wil hij geen keuze maken tussen het landsbelang en de familiebanden. Prachtig Engels opgelost, Jo.

 507 total views,  1 views today