Zaterdag 11 april 2020, kwart over drie. Het is inmiddels meer dan 4 weken geleden dat ik voor het laatst gewerkt heb, en het duurt lang. En nog wel even. Het dagelijkse ritme: redelijk vroeg op, kop thee en ontbijt, dan douchen en dan zie ik wel. Elke dag een eindje wandelen maar de buurt heb ik nou wel gezien en de buurt mij ook wel lijkt me. Nieuws en actualiteiten dringen eigenlijk nauwelijks meer tot me door, merk ik elke dag wat meer. Althans niet de dagelijkse cijfers van het aantal doden, ziekenhuisopnames en IC-bezetting. Hoewel het natuurlijk treurig is dat zoveel mensen lijden aan en onder de gevolgen van het coronavirus, lijkt hetzelfde mechanisme van kracht als ik een aantal jaar geleden voelde bij de oorlog in Syrië. Wanneer het nieuws elke dag slecht en elke dag hetzelfde is, stomp je af en doet het je steeds minder, totdat je je interesse verliest. Mijn aandacht werd wel getrokken, zoals dat bij mij wel vaker het geval is, door een verhaal uit het Midden-Oosten, Libanon welteverstaan. Op 5 april verscheen in de Volkskrant een vrij lang artikel van Ana van Es over een van de vele vluchtelingenkampen met duizenden gevluchte Syriërs in de omgeving van Beirut. Daarin vertelde een vrouw van mijn leeftijd, die met duizenden anderen in een krakkemikkig tentenkamp zonder naam in de Bekaa-vallei, dat ook zij daar binnen moeten blijven. En hun handen moeten wassen, in hun elleboog niesen, hoesten en al helemaal niet naar buiten mogen als ze ziek denken te zijn. Komt bekend voor. Behalve dan dat zij met haar man en 5 kinderen al jarenlang tussen vier stukken doek woont, met bijzonder weinig uitzicht op verbetering of de mogelijkheid om terug te keren naar haar eigen huis, stad of land. Uit het artikel blijkt dat 1 op de 4 mensen die op dit moment in Libanon zijn, Syrische vluchtelingen zijn. Anderhalf miljoen mensen.

              Libanon is al sinds 1948 een van de populairste plekken voor allerlei volkeren om naartoe te vluchten. Ook daarvoor was het een plek waar veel mensen graag kwamen of langs kwamen, vanwege haar handige ligging aan de Middellandse Zee, met Beirut als doorvoerroute uit Europa naar het Midden-Oosten en vice versa. Van de Palestijnen die de oorlog verloren waaruit Israël ontstond tot de Syriërs die nog steeds vluchten voor oorlog en vervolging door hun eigen politieke elite, allen kwamen ze op een gegeven moment in Libanon terecht. Tot een jaar of 45 geleden, rond 1975, was dat ook niet zo gek. Libanon was een voorbeeld voor de rest van het Midden-Oosten op het gebied van economie, cultuur en banden met het Westen. Maar nadat in Iran de revolutie van 1978 geconsolideerd was en de ayatollah’s zich gingen richten op hun ‘broeders’ in de landen om hen heen, begon het broze politieke systeem van Libanon scheuren te vertonen. In het kort: Libanon heeft 3 grote bevolkingsgroepen, namelijk sjiitische en soennitische moslims en Maronitische christenen, waaronder de belangrijkste politieke en militaire posities in een akkoord zijn verdeeld. Dit is nog steeds aan de hand van een volkstelling uit 1932, toen de bevolking uit grofweg 60% christenen bestond (aldus de christenen die de telling deden). Dit systeem werkte aardig tot aan het begin van de burgeroorlog, rond 1975. Tijdens die oorlog zijn er ook nog verschillende invallen van Israël (1978 en ’82), Syrië en een VN-troepenmacht geweest om de gemoederen te bedaren. Tevergeefs, want ook al sloten de verschillende partijen in 1989 een vredesakkoord en gingen zij verder in het oude, ietwat idiote, politieke systeem met confessionele scheidslijnen en vastgestelde posities per bevolkingsgroep, het land is een speelbal geworden van Iran en Syrië aan de ene kant, de dreiging van Israël aan de andere kant, en de steeds groter wordende macht en invloed van Hezbollah als politiek en militair zwaargewicht intern.

              Terug naar de mevrouw in het naamloze vluchtelingenkamp in de Bekaa-vallei. Nog niet geheel uitgewerkt onderzoek van verschillende NGO’s, de VN en andere internationale organen wijst uit dat zich potentieel enorme problemen afspelen achter de flap van de tent waar zij, met haar man en 5 kinderen dagen en nachten moet door brengen. Een neveneffect van de sociale afstandstheorie waar we ons aan gecommitteerd hebben om het coronavirus wereldwijd het hoofd te bieden. Hoewel ik natuurlijk verder niks over deze mevrouw weet, staat het vast dat duizenden vrouwen, meisjes en vast ook jongens groot gevaar lopen voor lijf en leed tijdens een quarantaine. Ik wil niet zeggen dat de huidige maatregelen niet de goede oplossing zijn, en ik heb helaas ook geen betere, dus eigenlijk zou ik mijn mond er over moeten houden. Maar laten we als we de deur weer een keertje uit mogen er toch verdomme een keer voor zorgen dat er geen mensen meer in een tent in de woestijn hoeven te leven als ze dat niet willen.

Iemand nog een goeie serie?

 870 total views,  1 views today